De overheid moet zich met beloningen in het bedrijfsleven bemoeien, zoals de hoge bonussen. Dat stelt minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën zondag. Hij bekrachtigt daarmee zijn eerdere oproep aan het Nederlandse bedrijfsleven om de beloningen aan de top te matigen.

De PvdA-minister verwerpt de kritiek van onder meer werkgeversorganisatie VNO-NCW, de VVD en de Vereniging van Commissarissen en Directeuren op zijn pleidooi.

De laatste noemde het voorstel van Dijsselbloem om bonussen voor bedrijfsbestuurders te beperken tot maximaal 20 procent van hun jaarsalaris “verkiezingsretoriek”.

“Kennelijk naderen we de verkiezingstijd en dan is het makkelijk om zo’n onderwerp weer eens uit de kast te halen. Want anders doet de SP het wel, nietwaar?”, aldus de NCD. “Stemmingmakerij hoort bij de verkiezingstijd, maar realiseer je dan wel dat je en passant een overweldigende meerderheid welwillende en bewuste bestuurders over dezelfde kam scheert. En dat is een minister onwaardig!”

Maatschappelijke scheefgroei

Dijsselbloem is het daar niet mee eens. De minister noemt de afwijzingen opvallend fel en agressief. In tegenstelling tot de critici vindt Dijsselbloem dat ook de overheid over beloningen moet gaan.

Politici moeten stelling nemen tegen maatschappelijke scheefgroei, "ook als de eerste verantwoordelijkheid bij burgers of bedrijven zelf ligt", schrijft hij in een zogenoemde Zondagsbrief aan PvdA-leden. "Politiek begint met een opvatting. Het is mijn opvatting dat we naar elkaar om moeten kijken en moeten zorgen dat de samenleving bij elkaar blijft. Dat geldt zeker voor mensen aan de top."

Volgens de minister is er wel degelijk sprake van een scheefgroei in het bedrijfsleven. "De beloningen aan de top van de grote Nederlandse bedrijven stijgen nog steeds veel sneller dan de cao-lonen. Tegelijkertijd zijn de bonussen inmiddels gemiddeld gelijk aan anderhalf jaarsalaris en stijgen ze verder door."

Van de vakbonden wordt verwacht dat ze looneisen matigen, maar dat geldt blijkbaar niet voor de directie. Hier is rechtvaardigheid in het geding, aldus Dijsselbloem. "Het raakt rechtstreeks aan maatschappelijke verhoudingen, die steeds meer onder spanning komen."

Afschrikeffect multinationals

Errol Keyner, adjunct-directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), is het principieel oneens met het voorstel van Dijsselbloem. "Wat zich afspeelt tussen een onderneming en haar aandeelhouders gaat een minister van Financiën niets aan."

Hij denkt dat het beperken van de variabele beloningen Nederland minder aantrekkelijk maakt als vestigingsplaats voor multinationals. "Ondernemingen vinden toch wel een creatieve vluchtroute. Ze kunnen een bestuurder op een buitenlandse loonlijst zetten. Of nog erger: ze gaan de vaste beloningen verhogen. Zo zet je Nederland buitenspel. Als je hier iets aan wilt doen, doe dat dan op z'n minst op Europees niveau."

Datzelfde punt benadrukt ook woordvoerder Edwin van Scherrenburg van werkgeversclub VNO-NCW: "Je moet buitenlandse bedrijven niet afschrikken met vaste beloningen. Ze hebben Nederland twee miljoen banen gebracht."

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl